27 juni 2011
Algemene beschouwingen 2011
Algemene beschouwingen 2011
Toekomstbestendig
Voorzitter,
De vorige algemene beschouwingen dateren van december vorig jaar. Binnen ruim een half
jaar moeten we dus voor de tweede keer algemene beschouwingen houden. Gelet op dit
korte tijdsbestek en het feit dat we in de vorige algemene beschouwingen tamelijk uitgebreid onze visie hebben gegeven op het beleid voor de komende jaren, willen we ons nu beperken. De vorige algemene beschouwingen van de SGP-fractie hadden de titel “Een
slanke overheid en een vitale samenleving”. We hebben daarin benadrukt dat de krappere
financiële kaders ons dwingen slimmer, efficiënter en met meer oog voor de vraag „wat is
des overheids‟ te werken. Dit vergt dat ook de gemeentelijke overheid zich bezint op zowel
de taken die worden uitgevoerd, als de wijze waarop die taken worden uitgevoerd.
De eigen verantwoordelijkheid van de burger wordt gestimuleerd, waarbij de overheid in de
visie van de SGP het schild blijft voor de zwakken. Door middel van intergemeentelijke
samenwerking kan worden bewerkstelligd dat het kwaliteitsniveau van de gemeentelijke
diensten wordt gewaarborgd, terwijl op de kosten wordt bespaard. Verder dienen
strategische allianties tussen de gemeente en maatschappelijke organisaties en/of private
partijen te worden aangemoedigd. Het is goed dat daar de eerste aanzetten voor worden
gegeven. Ik noem in dit verband de kinderboerderij. Het betreft hier een zeer gewaardeerde voorziening. De SGP-fractie staat open voor creatieve oplossingen en constructies en geeft de wethouder de ruimte om te bezien wat hier mogelijk is, onder de voorwaarde dat de functie en de positie van de kinderboerderij voor de Capelse burger behouden blijft! Wat ons betreft worden soortgelijke constructies op ruimere schaal toegepast, bijvoorbeeld als het gaat om gemeentelijk vastgoed.
In aansluiting op het thema van de vorige algemene beschouwingen willen we in deze
algemene beschouwingen inzoomen op het thema “toekomstbestendig”. Wat bedoelen we
hier precies mee? Op zichzelf is het woord „toekomst‟ toch duidelijk zou je zeggen. Minister
Donner maakte daar echter in een toespraak begin dit jaar een behartigenswaardige
kanttekening bij, die ik hier wil vermelden. “Wat we toekomst noemen is, aldus minister
Donner, veelal een vergelijking van heden en verleden. Voor iemand met een voorspoedig
verleden, oogt de toekomst altijd minder, dan voor iemand met een armoedig verleden; voor hem oogt dezelfde toekomst mooier. Want let wel, de toekomst zien, is als door glas kijken; je kunt het zien maar er niet bijkomen. En net als bij glas hoeft er maar een klein laagje zilver op te zitten –er hoeft maar geld in het geding te zijn- en je ziet niet meer door glas, maar in een spiegel; dan zien we nog vooral onszelf en wat achter ons ligt.” Tot zover minister Donner.
En dan het woord „toekomstbestendig‟. De hoofdbetekenis van woorden met de
samenstelling ‟bestendig‟ is: bestand tegen. Fraudebestendig betekent: bestand tegen de
fraude, stressbestendig is: bestand tegen stress. In die zin klinkt “toekomstbestendig” als:
bestand tegen de toekomst en dan in het bijzonder tegen de negatieve ontwikkelingen in de toekomst. Wij realiseren ons terdege dat in die zin hier op aarde niets bestendig is. Heel
treffend wordt dat in één van de Psalmen als volgt tot uitdrukking gebracht: “Wat uit stof is
neemt een end, door de tijd die alles schendt”.
Daar komt nog iets bij. De SGP-fractie wil de toekomst niet per sé als negatief bestempelen. Daarbij geloven wij dat de toekomst verder reikt dan wij kunnen bezien. Ook dat bestempelen wij niet als negatief. Sterker nog dat geeft perspectief in het besef dat God de Heere regeert. Gelet hierop zou ik toekomstbestendig niet willen omschrijven als “bestand tegen de toekomst”, maar als “geschikt voor de toekomst, duurzaam”.
Als we het in deze tijden van economische onzekerheden hebben over toekomstbestendigheid dan denken we vrijwel direct aan de financiële situatie. Als gevolg van de bezuinigingen in Den Haag zullen de onzekerheden en de risico‟s voor de gemeenten toenemen. We moeten er tevens op bedacht zijn dat er nog het nodige van de trappen van het Huis van Thorbecke naar beneden zal komen. Is de traditionele betekenis van akkoorden dat je daaraan zekerheid kan ontlenen, het recent tot stand gekomen bestuursakkoord bevat nogal wat onzekerheden. En dan denk ik nog niet eens aan de invoering van de Wet werken naar vermogen, want dat onderdeel is immers door het bestuur van de VNG uit het akkoord gehaald, maar op het terrein van de zorg bevat dit akkoord de nodige risico‟s, die rechtstreeks invloed hebben op de financiële positie van onze gemeente. Ik heb het dan over alle vormen van begeleiding of begeleidende activiteiten die nu onder de AWBZ vallen, maar die onder de reikwijdte van de compensatieplicht van de Wet maatschappelijke ondersteuning worden gehangen en over de decentralisatie van de Jeugdzorg, een omvangrijk en gevoelig maatschappelijk onderwerp met de nodige financiële risico‟s.
Nu is het een bekende uitspraak van Winston Churchill dat een pessimist in elke
mogelijkheid een probleem ziet, maar een optimist een mogelijkheid in elk probleem. Het
college geeft er in deze voorjaarsnota blijk van de optimistische visie aan te hangen. Voor
alle duidelijkheid, de SGP-fractie deelt die benadering. Wij zijn er dan ook content mee dat
het college de mogelijkheden benut om te investeren in de kwaliteit van de gemeente, zoals
de IJsseloevers en het Stadscentrum. Ook de Capelse begroting zit financieel degelijk in
elkaar. De SGP-fractie wil het college daarmee complimenteren. Er zijn nogal wat
gemeenten in Nederland waar het moeilijk is om de eindjes aan elkaar te knopen. Onlangs
konden we in Binnenlands Bestuur lezen dat er waarschijnlijk wel een toename is te
verwachten van het aantal zogenoemde artikel-12-gemeenten. In dat opzicht mogen we ons in Capelle gelukkig prijzen.
Tegelijkertijd benadrukt de SGP-fractie dat we het tweede pakket aan bezuinigingen,
waarover we eveneens eind vorig jaar een beslissing hebben genomen, nog in de la moeten
laten liggen en niet in de prullenbak moeten laten verdwijnen. Er is ook in de afgelopen tijd
serieus werk gemaakt van de transformatie van de begroting. We zijn daar blij mee, maar
blijven hiervoor aandacht vragen, omdat we er nog niet klaar mee zijn. Het gaat hier om een proces dat tijd kost en af en toe ook zeker pijn zal doen. De SGP-fractie wil staan voor
financiële degelijkheid en dat brengt mee dat we vasthouden aan het uitgangspunt dat we
uitgaven niet financieren met onzekere opbrengsten uit woningbouw of nog af te wikkelen
financiële (grond)transacties. Een tweede uitgangspunt van de SGP is dat we structurele
uitgaven niet willen financieren uit eenmalige financiële meevallers. Tegen deze achtergrond zullen we een motie en een amendement indienen met betrekking tot de in de Voorjaarsnota opgenomen uitvoering van infrastructurele werken.
De nieuw op te stellen visie voor Capelle zal – terecht – duidelijk aangeven dat we voor de
middellange termijn gesteld zullen worden voor een majeure herstructureringsopgave, zowel in het woningbezit van de corporaties als in het particuliere woningbezit. De aantrekkelijkheid van de gemeente wordt immers voor een groot deel bepaald door de kwaliteit van het woningaanbod. Passend bij de wensen van de kritische woonconsument en van hoge kwaliteit. Het zal niemand verbazen dat de SGP-fractie er daarom zeer bewust voor kiest om geld te reserveren voor herstructurering, ook al lijken sommige opgaven op de korte termijn urgenter. Alle opbrengsten uit woningbouw moeten toevallen aan deze opgave, zo hebben we immers in december 2010 als raad uitgesproken. Ook dit uitgangspunt is een belangrijke reden geweest voor het indienen van het zojuist genoemde amendement met betrekking tot de financiering van de Infrastructurele werken.
Toekomstbestendig betekent ook duurzaam. De gemeente zet wat voorzichtige stappen als
het gaat om milieu en duurzaamheid, maar wat de SGP-fractie betreft gaat het college
hiermee voortvarend aan de slag. Ambitieuze doelen zijn nodig, als we de mondiale
problematiek bezien. Daar zal ook Capelle haar bijdrage aan moeten leveren. Voor concrete
suggesties en handvatten voor de rol van de overheid op dit punt verwijs ik naar het vorige
week door het Planbureau voor de Leefomgeving gepresenteerde signalenrapport „De
energieke samenleving‟.
De SGP-fractie vraagt in het licht van toekomstbestendigheid aandacht voor de
ontwikkelingen in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). In 2011
dient voor het eerst een eindevaluatie van de eerste 4 jaar WMO te worden uitgevoerd en
dient er weer een WMO Beleidsplan voor de periode 2012-2015 te worden opgesteld. Zoals eerder door de SGP-fractie benadrukt, is aandacht voor de coördinatie en afstemming van de diverse zorgverleningen aan onder andere zogenoemde multi-problem gezinnen en de nadere uitwerking van het concept Welzijn Nieuwe Stijl cruciaal. Een goede toepassing van dat concept leidt er toe dat de vraag naar duurdere voorzieningen wordt uitgesteld en er efficiëntere ondersteuning geboden wordt.
Toekomstbestendigheid betekent ook de regionale concurrentie om het bedrijfsleven en de
kritische woonconsument aan kunnen. Investeren dus in bereikbaarheid van Capelle en in
goed uitgeruste kantoorparken en bedrijventerreinen. Bedrijven hebben keus genoeg! De
huidige aanpak van de bereikbaarheidsknelpunten kenmerkt zich door grote
voortvarendheid. Dat staat in contrast met de jarenlange plannenmakerij voor het
Hoofdweggebied. Wat ons betreft komt daar vaart in. Geen woorden, maar daden! Ook de
leegstand op de kantorenmarkt vraagt een slagvaardige en regionale aanpak. Onorthodoxe
maatregelen zijn wat ons betreft geen probleem. Een aanhoudende regionale lobby om onze bereikbaarheid ook op dat niveau veilig te stellen, blijft geboden.
Toekomstbestendig lokaal bestuur denkt ook tijdig na over de noodzaak tot schaalvergroting. Niet om daarmee klakkeloos de kwaliteiten van het eigene en lokale op te geven, maar wel om gebruik te maken van de mogelijkheden die samenwerking biedt. Kritisch maar constructief meedoen is het devies. Daarbij hoort geven en nemen.
Spreken over de toekomst maakt duidelijk dat er werk te doen is. Dat wij met elkaar daar
onze schouders onder zetten is goed en ook onze verantwoordelijkheid. In de Bijbel wordt dit met een mooie gelijkenis weergegeven: het huis op de rots. In die gelijkenis worden ons
twee huizenbouwers voorgesteld: de ene bouwt op het zand en is als eerste klaar. De ander gaat voorafgaand aan de bouw graven tot hij stuit op de rots en vervolgens gebruikt hij die rots als fundament voor zijn huis. Als de regen, de stromen en de wind tegen beide huizen aanslaan, is het huis op het zand bezweken, maar hield het huis op de rots stand.
Ten principale gaat het er dus om of het beleid gefundeerd is. In de visie van de SGP-fractie
dient het beleid ten diepste verankerd te zijn en in overeenstemming te zijn met de regels die God ons in Zijn Woord voorschrijft. Alleen dan mogen we Gods zegen op ons werk
verwachten.
Onze arbeid is echter tevergeefs als de Heere Zijn zegen er niet over geeft. Daarom wensen
wij u als college, collega-raadsleden, griffie, ambtelijke organisatie en de burgers van
Capelle wijsheid in het uitvoeren van het vele werk en bidden ook om Gods zegen voor het
komende jaar en voor een bestendige toekomst.