9 november 2009

Algemene beschouwingen 2009

Algemene beschouwingen 2009

Voorzitter,
We staan alweer bijna aan het einde van deze raadsperiode. Dit zijn de laatste algemene
beschouwingen van deze raadsperiode en dat is tevens een goede gelegenheid om terug te blikken op de afgelopen vier jaar. Onze eerste algemene beschouwingen van deze periode – in 2006 – hebben wij gewijd aan de toekomst. We hebben er toen als SGP-fractie op gewezen dat de toekomst in Gods hand ligt. Wij mogen ons inspannen om de toekomst in een voor ons wenselijke richting te beïnvloeden, maar wel vanuit het besef dat we in alles afhankelijk zijn van de hulp en zegen van de Heere. En hoe waar is dat gebleken. Als de HEERE in het gebouw van onze wereldeconomie blaast, dan blijken al onze mooie plannen in duigen te vallen. Dan vallen onze nieuwbouwprojecten om, dan ligt de herontwikkeling van het Stadshart stil en dan moeten we plotseling fors gaan bezuinigen.

Op deze veranderende financieel-economische situatie kom ik straks nog wel uitvoeriger
terug. Want er is meer veranderd in Capelle. Hoe ingrijpend veranderde de politiekbestuurlijke constellatie waarin we samenwerkten. Met enige regelmaat waren we getuige van strubbelingen binnen fracties, tussen fracties, tussen raad en college. Dit deed het imago van het Capelse gemeentebestuur geen goed. Sterker nog, we hebben daar met elkaar de basis gelegd voor een snoeihard oordeel in de bestuurskrachtmeting. We kunnen op basis van een ongelukkige woordkeuze het gehele oordeel van de commissie naar de prullenbak verwijzen, maar dan negeren we het beeld dat de spiegel ons voorhoudt.

Tegelijkertijd moeten we constateren dat we er als raad en college slechts beperkt in geslaagd zijn om op basis van een heldere rolverdeling effectief samen te werken. De raad heeft geëxperimenteerd met een sterkere kaderstellende rol, maar dit is nog onvoldoende uit de verf gekomen. Sturen op detail gaat ons nog steeds beter af dan het besturen op hoofdlijnen.

Ook in de wijze waarop we met de Capelse burger zijn omgegaan, is te weinig veranderd.
Natuurlijk, we stonden klaar als er een burger problemen had. En we waren er als burgers
uitgenodigd werden voor praatsessies en rondetafels. Maar zijn we er nu écht in geslaagd om de burger centraal te stellen in ons beleid? Is ons oog en oor richting de maatschappelijke organisaties en de samenleving echt voldoende open geweest?

Een andere vraag is of het beleid van deze raad dit college ook hebben geleid tot
veranderingen in Capelle. Ik wil daarbij vier scenario’s onderscheiden:

  1. er zijn zaken die we wilden veranderen en ook daadwerkelijk hebben veranderd;
  2. sommige dingen zijn veranderd die we eigenlijk niet hadden moeten veranderen;
  3. niet alles wat we wilden veranderen, hebben we kunnen veranderen;
  4. ten slotte zijn er zaken niet veranderd die we wel hadden moeten veranderen. Van elk scenario enkele illustraties.

Er zijn zaken veranderd. Er zijn zaken in gang gezet. We hebben bijna een nieuwegemeentewerf. Het Hoofdweggebied heeft een nieuwe uitstraling. We hebben nieuwe beleidsplannen waar wij als SGP-fractie soms meer ambitie hadden willen zien (mobiliteit, milieu, wonen), maar er is wel een basis om maatregelen uit te voeren.

Niet alle veranderingen waren positief. Er zijn zaken veranderd die wij liever niet hadden
veranderd. We denken terug aan de discussie over de muziekschool, waar een waardevolle
voorziening op een waardeloze manier werd afgebroken. We voegen daar direct aan toe dat we inmiddels met het muziekonderwijs de goede kant op lijken te gaan. We denken aan de komst van het Jongerencentrum – een voorziening waarvan wij het nut ernstig betwijfelen – op in ieder geval een ongewenste plek. We denken ook aan de woningbouwplannen die gepresenteerd zijn voor kwetsbare en beschermwaardige plekken in Capelle.

En lang niet alles wat we wilden veranderen, hebben we kunnen veranderen. We wilden
voortvarend van start met de unilocaties, met de herontwikkeling van het Stadshart. We
wilden op het gebied van regionale verkeers- en vervoervraagstukken een fikse stap zetten.

Ambities smoorden, soms door omstandigheden, soms door bestuurlijk en politiek onvermogen om de juiste stappen te zetten op het juiste moment.

En tot slot zijn er zaken niet veranderd, die wij graag wel veranderd hadden zien. We hadden graag een fundamenteel debat gevoerd over het theater en de structurele financiering ervan. We hadden graag stevig aangepakt met de Abram van Rijckevorselweg. We hadden werk willen maken van de positionering van het RIVIUM gebied. We hadden graag een voortvarende start willen maken met een nieuwe ruimtelijke visie op Capelle met daarbij oog voor haar ruimtelijke positionering. Er is nog onvoldoende werk gemaakt van de verbetering van de wijkwinkelcentra. Nieuwbouwplannen voor zorgcentra liggen onnodig lang in de la.

Voorzitter,
We gaan de balans niet opmaken. Uit het voorgaande blijkt wel uit welke punten onze winsten verliesrekening van deze periode bestaat. We richten ons nu op de begroting.

Het spijt de SGP dat de begroting nauwelijks lijkt te zijn benut om met slimme investeringen
de Capelse economie te steunen. Het enige wat Capelle tegen de recessie lijkt te doen, is het voeren van een beleidsrijk en rechtvaardig WWB-beleid. Dat is zeker nodig, maar natuurlijk niet voldoende.

Het spijt de SGP te moeten constateren dat er geen duidelijke afwegingscriteria zijn terug te vinden die ten grondslag liggen aan de gekozen bezuinigingen. In de voorliggende
1
e begrotingswijziging moest worden gezocht naar ombuigingen voor een bedrag oplopend tot ruim 2 miljoen euro in 2013. En dat valt niet mee. Inmiddels wordt duidelijk dat er nog wel meer gaat komen. In een recent artikel in Binnenlands Bestuur werden zeven handige snijtips voor de crisistijd gegeven. Daaruit werd in ieder geval duidelijk dat er heldere politieke keuzes nodig zijn, hoewel die soms pijnlijk kunnen uitpakken.1 De thans gekozen bezuinigingsmaatregelen hebben eerder het karakter van een ratjetoe dan van een ratio. Soms zijn bezuinigingen – bij toeval zo lijkt het – goed gekozen, maar in andere gevallen zijn ze op zijn zachtst gezegd nogal moeilijk te verteren. U begrijpt wel dat ik dan met name op het aanwenden van de WMO-reserves doel.

Daar komt bij dat de thans gehanteerde begrotingssystematiek, waarbij een aantal structurele posten worden gefinancierd met eenmalig geld, naar ons oordeel niet deugdelijk is.
2 Ook volgens het toetsingskader van de provincie is deze systematiek op langere termijn niet houdbaar. Voor deze posten zullen structurele middelen moeten worden gevonden. Om die reden dienen wij de motie "transformatie begroting" in, om met de zojuist geschetste problematiek nog dit jaar aan de slag te gaan. Zoals ik al zei, moeten we nu politieke keuzes maken en niet de problemen voor ons uitschuiven. Onze kiezers verdienen duidelijkheid.

Tegen die achtergrond betreurt de SGP het ook dat er nog steeds geen voorstel ligt om te
voorzien in structurele dekking voor de unilocaties. Vanaf de start van deze periode heeft de SGP-fractie zich verzet tegen de koppeling woningbouw – investeringen. Tegelijkertijd
hebben we getracht mee te denken in de door het college gehanteerde systematiek en hebben we een aantal extra dotaties aan de Reserve Grote Investeringen voorgesteld. Dat zullen we ook deze keer doen, omdat we vinden dat het geld daar hard nodig is en (bij de posten waar het in deze eerste begrotingswijziging over gaat) daar ook hoort.

Maar iedereen voelt wel aan dat een gemeente structureel moet reserveren om te kunnen
voorzien in de behoeften aan accommodaties voor onderwijs en sport. In dat licht is een
vérgaande transformatie van de begroting absoluut noodzakelijk. Deze begroting bood een
prachtkans om – parallel met een besluit over de financiering van de unilocaties – een start te maken met het structureel ruimte maken voor onderwijslocaties. Nu hebben we geen van beiden, en dat is een gemiste kans.

Zodra we besluiten dat we de opbrengsten uit woningbouw niet besteden aan de grote
projecten, kunnen we ook serieus werk gaan maken van een Fonds Herstructurering. Daar
kunnen alle baten uit woningbouw naartoe vloeien, zodat we met elkaar een buffer aanleggen om dure herstructureringsprojecten uit te kunnen voeren. Zo blijft geld dat verdiend wordt met woningbouw beschikbaar om de fysieke kwaliteit van onze gemeente te versterken. 

Moeten we nu wel of geen geld blijven reserveren voor starterswoningen? De SGP is een
principiële partij en komt niet snel terug op eerder ingenomen standpunten. Maar bij dit
onderwerp kunnen wij ons goed voorstellen dat de situatie dusdanig is veranderd dat we dit 
geld terug laten vloeien naar de Reserve Grote Investeringen. Dat kan ook prima. Als we met elkaar het principe van opbrengstmaximalisatie loslaten, kunnen we per project bekijken welke mix van woningen optimaal inspeelt op de dan bestaande behoefte. Hoe eenvoudig kan het realiseren van een optimaal woningaanbod zijn? Als je maar bereid bent te investeren in een aantrekkelijk woon- en leefmilieu.

Voorzitter, ik rond af. In onze bijdrage staat het thema “veranderingen” centraal. En juist onze dynamische tijd kenmerkt zich door veranderingen. Ik heb ook aangegeven dat je soms (politieke) standpunten moet veranderen om dezelfde te blijven. Bij al die verandering staat voor de SGP-fractie het geloof in de onveranderlijkheid, de trouw en de regering van God centraal. Ook dit jaar willen wij het college, de collega-raadsleden, de griffie en het ambtelijk apparaat Gods onmisbare zegen toewensen over het werk voor de gemeente. Juist in een periode waarin het economisch minder gaat is het goed om twee dingen te beseffen. Het eerste is dat we het in vergelijking met anderen nog heel goed hebben; en het tweede dat op deze aarde alles relatief is, en aan wisseling en verandering onderhevig, maar dat het echte geluk voor het volk van God wordt bewaard voor de toekomst. Op heel treffende wijze worden die twee noties verwoord door de reformator Calvijn, waarmee ik deze algemene beschouwingen in dit Calvijnjaar wil afsluiten. Calvijn zegt dan: “Wij worden door een zo grote en zo overvloedige milddadigheid van Gods weldaden schier bedolven, (…) dat het ons nooit ontbreekt aan reden en stof tot lof en dankzegging.” En verder: “Door de weldaad van het gebed verkrijgen wij dit, dat wij doordringen tot die rijkdommen, die voor ons bij de hemelse Vader zijn weggelegd."

Download Algemene Beschouwingen 2009